Geld & ik » Interviews » Met zakgeld ben ik gestopt

Met zakgeld ben ik gestopt

claudiaClaudia (40) is alleenstaande bijstandsmoeder. Ze heeft twee kinderen. Raymond (13) en Kimberly (12).

Wat betekent dat, bijstandsmoeder zijn?

Je krijgt net genoeg om rond te komen. Wat ik precies krijg weet ik niet, maar ik hou 300 euro per maand over om van te leven. Dan zijn alle vaste lasten betaald.

Hoelang is dat al?

Al zeven jaar.

Hoeveel heb je per dag om te besteden?

Rond de tien euro. Dat is voor eten en drinken.

Kom je daarmee uit?

Niet altijd.

Wat gebeurt er dan?

Dan heb ik aan het eind van de maand een probleem. Dan moet ik bijvoorbeeld lenen bij vrienden.

Ga je wel eens naar de voedselbank?

Dat heb ik niet nodig. Ik red het wel met eten en drinken. Ik zou het wel doen als het zou moeten.

En koop je bij de Zeeman?

Daar ga ik regelmatig heen. Voor mezelf en voor de kinderen. Maar tegenwoordig willen ze alleen nog maar de sokken en ondergoed. Of ik moet het niet vertellen. Ze willen ook niet mee naar binnen. Ze blijven buiten wachten. Ze zijn bang dat ze gezien worden door vriendjes of kinderen uit de buurt.

Hoe zit het met werk?

Ik zit in een speciaal traject, ‘bewegen naar werk’, dat moet leiden naar een nieuwe baan.

Krijgen je kinderen zakgeld?

Dat gaf ik wel, maar omdat ze hun zakgeld alleen maar aan snoep uitgaven ben ik ermee gestopt. Ze kregen per week drie euro, en dat zou ik op de middelbare school gaan verhogen. Ik wilde dat ze zouden leren om goed om te gaan met geld, en dat ze zouden sparen. Maar ze renden regelrecht naar de winkel om snoep te kopen. En daarna wel vragen om een spelletje voor de Wii. En dan zei ik: ‘ja, maar daar heb je nou zakgeld voor’.

Hoe vonden ze dat?

Daar waren ze niet blij mee.

Hoe bracht je het nieuws?

Het is eigenlijk niet eens echt besproken, ik was er gewoon ineens klaar mee en zei: ‘ik spaar zelf wel voor jullie, voor als jullie iets willen hebben’. Ik leg het zelf wel opzij, en geef het ze niet meer in hun hand. Nu worden ze wel wat ouder en wil ik wel opnieuw kijken of het kan veranderen.

Wanneer ben je ermee gestopt?

Een jaar geleden.

Wat doen ze nu om snoep te kopen?

Ze vragen me nu af en toe een euro en dan geef ik het.

Jongeren hebben tegenwoordig veel mooie spullen. Vragen je kinderen daar om?

Bijna dagelijks. Dan willen ze bijvoorbeeld dure merkschoenen en zeggen: ‘die hebben het allemaal wel, en wij niet’. Maar ze weten dat ik het niet kan betalen.

Wat zeggen ze dan?

Ze lachen me uit dat ik het niet kan betalen, of ze zeggen: ‘je bent een stomme arme moeder’.

Wat doe je dan?

Soms word ik boos, maar dat komt ook omdat ik er zelf ook onvrede mee heb. En andere keren praat ik er met ze over. Dat het voor hen ook vervelend is, maar dat we er ook wel komen zonder die merkschoenen. En ik leg ook uit dat als ze een spelletje hebben gekocht, ze niet die schoenen ook kunnen kopen. Ze moeten ook leren om keuzes te maken.
Ze krijgen geld voor hun verjaardag en met Kerst, en ook van andere mensen die op hun verjaardag komen, en daarvoor kunnen ze dan die schoenen kopen. Maar als ze dan geld hebben besteden ze het aan andere dingen, een spelletje voor de Wii, en daar kan ik dan ook kwaad om worden. Zo belangrijk zijn die merkschoenen dan ook weer niet.

Schaamt Raymond zich dat jullie weinig geld hebben?

Ja, en dat spreek hij ook uit.

En je dochter?

Die heeft dat niet zo. Kimberly is ook niet zo op merken, hoewel ze bepaalde schoenen wel heel graag wil. Maar ze kan ook denken, nou dan niet. Ze legt zich er sneller bij neer. Als ik haar 50 euro geef om kleren te kopen, koopt ze liever twintig dingen van 2 euro dan een duur ding. Dan wil ze wel die schoenen, maar dan zegt ze: ‘nou mam, ik vond het zo zonde. En nu heb ik dit en dat…’ en dan is ze helemaal blij. Ze vindt het ook prima om bij C&A te kopen.

Je wilt weer zakgeld gaan geven zei je?

Ja, maar ik zit op het moment heel moeilijk met geld. Ook omdat ik toch dingen voor ze wilde kopen. Ik heb een Wii voor de kerst gekocht, twee jaar geleden. Dat was eigenlijk niet goed want dat moest weer een Xbox zijn, of een Playstation 3. En heb voor Kimberly een Blackberry gekocht, met het geld wat ze voor haar verjaardag had gekregen en nog wat erbij. Dat had ik via Wehkamp gedaan, maar daardoor heb ik nu schulden. Maar de Blackberry is ze snel kwijtgeraakt. Hij was in het water gevallen en toen heb ik een nieuwe voor haar geregeld, maar die is ook stuk inmiddels.

Voelde je druk van je kinderen?

Als je continue nee moet zeggen, is ook heel vervelend. Maar uiteindelijk heb ik mezelf ermee in de nesten gewerkt.

Hoe is het met die schulden?

Dat is nog niet helemaal klaar.

Wat zeg je tegen je kinderen, als je ze vergelijkt met andere kinderen uit de buurt?

Niet dat alles willen hebben. Ik zeg ook tegen ze: ‘het is veel belangrijker dat wij lol hebben met elkaar. En dat jullie dankbaar zijn met wat je wel hebt’. Want zo slecht hebben ze het niet. We hebben elkaar en we hebben altijd eten en drinken. We hebben alles wat we nodig hebben, wel niet het mooiste en het duurste en we gaan niet op vakantie, maar dat vind ik ook niet zo belangrijk. Daarom zeg ik: ‘jullie moeten het beter gaan doen dan ik’. Ik hoop dat Raymond volgend jaar een baantje gaat vinden, zodat hij wel die dingen kan kopen die hij graag wil.

Hoe denken je kinderen daar over?

Ik denk dat ze nog te jong zijn om te zien wat echt belangrijk is. Wat de anderen kinderen hebben willen ze ook. Juist omdat we in een rijke buurt wonen is het contrast zo groot.

Hoe ga je om met die enorme verschillen?

Raymond heeft er het meeste last van. Die accepteert het niet, en daarom wil hij ook niet dat er kinderen uit de straat bij ons komen spelen. Behalve dan van een vriendin van mij die het ook niet breed hebben. Hij schaamt zich.

Heb jij je ooit geschaamd dat je een bijstandsmoeder bent?

Jawel, en ik heb dat ook wel uitgesproken. Misschien heb ik het bij Raymond ook wel aangewakkerd.

Je bent nu dingen aan het veranderen. Hoe zien je kinderen dat?

Ik vertel ze dat ze het straks voor zichzelf beter kunnen maken. En dat ze een baantje kunnen nemen. Raymond wil dat wel doen, maar hij vindt het ook eng om te gaan doen. Kimberly is niet bang, die is er al mee bezig. Ze doet heitje voor karweitje en van de week heeft ze op kinderen gepast voor geld. Ze heeft echt plannen.

Zijn er kinderen in vergelijkbare omstandigheden waar ze zich mee verbonden voelen?

Kim heeft een vriendinnetje die het ook niet breed heeft en die snapt het ook heel goed. Zij kunnen ook niet op vakantie. Maar ze heeft ook vriendinnetjes met rijke ouders. Raymond heeft niet zoveel vrienden, twee uit de straat en die zoon van mijn vriendin. Die heeft het ook niet breed, maar hij heeft wel die Playstation. Ze werken wel, waardoor er iets meer geld binnenkomt. Misschien dat Raymond er daarom meer last van heeft.

Raymond heeft dus niet echt een vriend in dezelfde situatie?

Bijna alle kinderen hebben nog een vader op de achtergrond. Dat scheelt ook. Als ze jarig zijn krijgen ze niet alleen geld van hun vader, maar ook van de daarbij horende ooms en tantes, opa en oma. Mijn kinderen hebben alleen mij. Een vriendje ziet zijn vader ook niet veel, maar zijn vader koopt dan wel een Playstation voor zijn verjaardag. Of hij neemt de kinderen mee op vakantie. Dat is voor Raymond extra moeilijk.

Hoe vind je dat je het nu doet als opvoeder?

Beter dan een paar jaar geleden. Omdat ik zelf ben veranderd, en positiever in het leven ben gaan staan. Dat kan ik mij kinderen nu ook meegeven. Nu ik met werken ben begonnen moeten ze daar aan wennen. Ik was natuurlijk altijd thuis. Raymond vond het laatst helemaal niet leuk dat hij de hele dag alleen was. Dat leg ik ze dan uit; als ik gewoon werk, heb je dat ook. Eerst wilden ze er niets van weten, maar nu zijn ze wel blij dat ik het doe. Ze vinden dat ik ben veranderd, vrolijker ben.

Is de sfeer nu beter thuis?

Wat ik jammer vind is dat we alle drie soms zo ons eigen ding doen. De een op de Wii, de ander kijkt tv en we leven een beetje langs elkaar heen.

Is dat niet iets van pubers?

Misschien wel, maar ik denk dan weer dat het aan mij ligt.

Heb je vriendinnen waar je dit mee kunt bespreken?

Een vriendin is ook niet rijk en de andere vriendin heeft redelijk wat geld. Maar ik kan er met alle twee over praten. En natuurlijk helpen we elkaar. Ik ga er ook niet altijd goed mee om. Soms ga ik gewoon uit eten, ook als ik het me niet kan permitteren, maar ik wil ook gewoon leven en genieten. En daarna krijg ik dan wel van ze te horen: ‘waarom heb je dat dan ook gedaan?’. Maar dat gaat vice versa.

Hoe zie jij jezelf over twee/drie jaar?

Ik hoop met een leuke baan en iets meer geld dan ik nu heb. Het hoeft niet veel meer te zijn, maar wel zo dat we af en toe iets leuks kunnen doen. En dat ik geld apart kan leggen om eens op vakantie te gaan.

Zoeken

Interviews