Geld & ik » Thema's » Omgaan met geld

Geld verdienen is één ding, maar hoe ga je er dan mee om? Geef je het meteen uit, spaar je voor iets duurs of bewaar je het voor later? Stop jij je geld in een spaarpot, slingert het rond of heb je het op een bankrekening? Wat je ook doet; er is niet één manier van met je geld omgaan. We kunnen je niet vertellen wat goed is, of fout. Wel kunnen we je informatie en tips geven over hoe je slim met je geld om kunt gaan!

Balans

Hoe zorg je ervoor dat je uitkomt met je geld? Zodat er aan het einde van je zakgeld niet nog een week over is. Heel simpel; door niet meer geld uit te geven dan je hebt, want op = op. De aller makkelijkste én slimste manier om het bij te houden is door het maken van een balans, zo weet je zeker dat je nooit tekort hebt.

In een notitieboekje of schriftje schrijf je links al je inkomsten op: je zakgeld, geld van je bijbaantje of wat je hebt verdiend met klusjes en andere dingen zoals verjaardagsgeld. En rechts schrijf je op waar je het aan uitgeeft of waar je het aan wilt gaan uitgeven. Zo hou je per week of per maand bij wat er in komt en wat er uit gaat. Ook dingen die je standaard moet betalen, zoals je telefoonrekening, kun je kwijt in je balans. Als je alles goed bijhoudt weet je precies hoeveel geld je aan leuke dingen kunt uitgeven!

Er is een handige app die je kan helpen met het bijhouden van je balans, Kidz ’n Cash.

Sparen

Als je voor iets wilt sparen moet je drie dingen weten: hoeveel geld krijg je binnen, hoeveel wil je sparen en hoeveel tijd heb je om te sparen? Als je dat weet kun je uitrekenen hoeveel geld je per week of per maand moet sparen om te kunnen kopen wat je wil kopen. Wat je verder overhoudt kun je uitgeven aan alles wat je wilt.

Brittany (10): “Ik spaar wel maar ik mag het niet gebruiken want ik spaar voor een laptop, een kleinere die kun je overal mee naartoe nemen. Ik heb nu 89 euro. En dat ding kost 100 euro of zoiets.”

Brittany spaart voor een laptop, maar je kunt ook sparen voor een cadeautje, voor een nieuw paar schoenen, een game, of voor op vakantie. Sparen is het makkelijkst en het leukst wanneer je weet waar je voor spaart! Slim sparen doe je door je geld in een spaarpot te stoppen, of door je geld op een spaarrekening te zetten.

Marjoleine (28): “Ik spaarde mijn zakgeld altijd, dus ik stopte het in een spaarpot.”

Bankrekening

Je kunt je geld in je spaarpot of portemonnee bewaren, maar je kunt het ook op een bankrekening zetten. Dan weet je zeker dat je het niet kwijtraakt, geef je het minder snel uit en kun je makkelijker sparen. Bovendien krijg je rente. Dat is geld dat de bank aan jou betaalt als jij je geld op hun rekening zet. Bij een gewone bankrekening is dat niet veel, maar bij een spaarrekening (zie het stukje hieronder) is het wel meer.
Er is een kinderrekening voor kinderen tot 12 jaar. Ben je tussen de 12 en 18 jaar, dan krijg je een jongerenrekening. Het is handig om een rekening te openen bij dezelfde bank als je ouders, omdat zij vaak nog met je mee moeten als je dingen wilt regelen. Loop maar eens bij een bank naar binnen om informatie te vragen, of kijk op internet. Een bekende bank is de Rabobank.

Spaarrekening

Een spaarrekening hoort bij je bankrekening, maar het is wel een ander soort rekening. Wat is dan het verschil? Bij je bankrekening krijg je een pinpas waarmee je kunt betalen en geld kunt pinnen. Vanaf je bankrekening kun je ook geld overmaken naar andere rekeningen. Bij een spaarrekening kan dat niet. Je kunt alleen maar geld overmaken naar je gewone bankrekening, het staat dus lekker veilig. Bovendien krijg je op je spaarrekening meer rente. Dat is het geld dat de bank aan jou betaalt omdat je je geld op een spaarrekening zet. Hoe meer geld je erop zet, hoe hoger de rente.

Ouders

Tot je 18e zijn jouw ouders verantwoordelijk voor jou. Wanneer je in de problemen komt, zijn zij aansprakelijk. Het is daarom belangrijk dat je afspraken maakt met je ouders over geld. Bespreek je uitgaven met ze, zeker wanneer je iets groots of duurs gaat kopen!

Vanaf je 18e ben jij zelf verantwoordelijk voor je eigen (geld)zaken. Bespreek met je ouders vòòrdat je 18 wordt, wat zij betalen en welke dingen je nu zelf moet gaan betalen. Maar let op: ook al blijven je ouders betalen, vanaf je 18e ben jíj wettelijk verantwoordelijk. Je moet dus wel weten welke dingen je ouders betalen, en of ze ook echt betalen. Dat mag je best een beetje in de gaten houden, maar het is nog beter als je je geldzaken samen met je ouders regelt.

Uit het Nibud-onderzoek Scholieren, geld & de invloed van ouders blijkt dat scholieren het meest van hun ouders leren over het omgaan met geldzaken. Lees hier het artikel 'Ouders zijn belangrijker dan vrienden voor leren omgaan met geld'.